Proeverij Grand Cru Bordeaux

Achtentwintig Bordeauxs op een rij, het was een hele opgave. Gisteren proefden we bij Van Wageningen en de Lange in Utrecht 28 Grand Cru Bordeauxs, in de prijscategorie 15 – 35 euro. Over het algemeen ben ik niet zo’n grote Bordeaux-fan, maar deze proeverij was erg de moeite waard. Ondanks de negatieve berichtgeving over het gebied komen er nog steeds heel leuke en betaalbare wijnen vandaan en kunnen ook de minder grote Bordeaux-wijnen nog steeds groot(s) zijn. Je moet wel goed blijven letten op de prijs – kwaliteit verhouding: de duurste fles op tafel was een Chateau Beychevelle 2002, A.C. St. Julien, 5e Grand Cru Classé voor € 35,00. Hopjes in de neus, mooie donkerrode kleur, een groot rijpingspotentieel. Maar om nou te zeggen: dat was de fles van de middag, nee. Voor minder geld troffen we ook hele goede andere flessen. Zoals een Graves uit hetzelfde jaar: Chateau Larrivet Haut Brion, A.C. Pessac Leognan, voor mij één van de lekkerste flessen gisteren. Fris rood fruit, stevige tannines, maar niet te veel. Prijs € 29,50. Ook één die me is bijgebleven is de Chateau Laroze 1995 A.C. St. Emilion Grand Cru Classé, eveneens € 29,50. Dat is natuurlijk wel een beetje appelen met peren vergelijken, maar uiteindelijk gaat het toch om het plezier dat je aan een wijn beleeft, niet waar? Deze Laroze had een heerlijke zachte geur van zoete dropjes, een mooie heldere rode kleur, was fris en had een goede finish, met nog ruim voldoende zuren.

En dan was er een fles van ongeveer dezelfde leeftijd: Chateau d’Issan 1994, A.C. Margaux, 3e Grand Cru Classé. Een geur van fruitsnoepjes, dieppaarse kleur, vanille in de neus, maar niet te overheersend, een levendige indruk van groene thee af en toe. Vergeleek je deze Margaux met een St. Julien uit hetzelfde jaar, Chateau Lagrange 1994, A.C. St. Julien, 3e Grand Cru Classé, dan kwam de Chateau d’Issan er minder goed vanaf. Dan leek hij vermoeider, zonder verder bewaarpotentieel, terwijl de Lagrange nog een aantal jaren voor zich leek te hebben. Waar dat dan aan ligt? Voor een deel aan de frisse zuren die de Lagrange in mijn beleving nog had en de d’Issan niet. Maar dat is míjn beleving. Als je zo’n uurtje of twee rond een proeftafel loopt, hoor je heel wat meningen en uitspraken over de wijnen. Sommigen zijn het met elkaar eens, anderen faliekant met elkaar oneens. En dat is ook het leuke van zo’n proeverij: praten over de wijn, vergelijken, je een beeld vormen.

Mijn algemene indruk is er één van levendigheid en variatie: er was geen fles bij die ik niet cadeau zou willen krijgen, er was voldoende variatie (al wordt het maken van onderscheid na de twintigste wijn echt zo goed als ondoenlijk), voldoende belofte.
De wijnen werden op een uitstekende temperatuur geserveerd, de opbouw was goed: eerst de Graves, dan de rechteroever (St. Emilion en Pomerol), daarna Medoc en Haut Medoc, en tot slot de vier dorpen Margaux, St. Julien, Pauillac en St. Estephe. Eerlijk gezegd heb ik de laatste twee dorpen nog wel geproefd, maar is er steeds minder beklijfd. Bij St. Estephe heb ik al helemaal geen notities meer. Volgende keer moet ik zo’n tafel maar eens vanaf de andere kant beginnen…

De firma Van Wageningen en de Lange viert dit jaar zijn 120-jarig bestaan. Deze Grand Cru-proeverij was een prachtige start van het jubileumjaar, een start waarin duidelijk de kracht van het bedrijf is getoond. Al sinds 1886 jaar worden betaalbare, goede Bordeauxs geïmporteerd. 120 jaar later weten de eigenaren dat gelukkig nog steeds vol te houden!

Eén reactie

  1. Mooie proeverij Mariëlla, zo te lezen.

    Net als jij, ben ik ook niet zo’n Bordeaux fan.

    Maar af en toe kom ik hier in de buurt in een restaurant, waar de eigenaar/sommelier mij goed kent.

    Ik laat de wijnkeuze bij de gerechten dan ook altijd aan hem over.
    Vaak haalt hij wat bijzonders uit zijn kelder, en dat is ook op zijn tijd wijn uit de Bordeaux regio, veelal oudere jaargangen.

    En heel vaak zucht ik na afloop “waarom hou ik eigenlijk niet van Bordeaux ?”

    Ed

Reacties zijn gesloten.