Af en toe heb ik me wel eens afgevraagd of er misschien een relatie bestaat tussen de woorden toast, gebakken brood, en toost, een dronk op iemand. Volgens Leo Moulin in Europa aan tafel. Een cultuurgeschiedenis van eten en drinken (Antwerpen 1988) heeft het één inderdaad nauw met het ander te maken. Op iemand’s gezondheid drinken was oorspronkelijk een godsdienstig ritueel: de drank werd gewijd aan huis- of beschermgoden, later aan de gezondheid van de aanwezigen en/of de doden. Bij die heilsdronk werden gebakken stukjes brood (Engels: toast) in de wijn gedoopt, waarna het glas of de beker geheven werd. Dat brood was dan soms nog gloeiend, zodat de wijn of andere drank gelijk verwarmd werd. Deze redenering van Moulin overtuigd mij eigenlijk niet geheel. Er zal waarschijnlijk wel een verband zijn tussen beide woorden, maar het zal iets ingewikkelder liggen dan door hem uitgelegd. Verder is dit boek overigens erg de moeite waard. Veel prachtige afbeeldingen, veel weetjes over de geschiedenis van ons eten en drinken samengebundeld. Maar echt helemaal ‘wetenschappelijk’ lijkt het me niet. Een ander weetje is de volgende, ook over wijn en brood: in Touraine (Loire, Frankrijk) werd brood in suikerwater gedoopt en daarna doordrengt met rode Chinon of Bourgeuil. Halverwege de middag dronk men dit mengsel.
Ik vind dit een intrigerende kwestie: brood in wijn. Graag eet ik een stuk goed brood bij mijn glas wijn. Sterker nog, voor brood en wijn mag je me echt wakker maken. Liever heb ik brood dan enig andere pasta, graan of zetmeelproduct bij mijn eten. Die geweldige picknick in Brussel viel me daarom ook zo goed, denk ik. Maar om nu brood ín je wijn te doen? Komende tijd ga ik daar eens een en ander over lezen, tips en opmerkingen van harte welkom.