Zelfs gerenommeerde culinaire journalisten hebben moeite met wijn. Sylvia Witteman hield vanmorgen in haar bijdrage aan de Volkskeuken (Volkskrant 24 januari 2006) een stevige tirade, zoals alleen zij dat kan, tegen wijnjargon. Zelfs aanduidingen als rijpe tannines, frisse zuren en een zweempje bosvruchten zijn haar teveel. Hoeveel respect ik ook voor beginnende wijndrinkers en Sylvia Witteman heb, je vraagt je toch af of sommige wijndrinkers zich eigenlijk wel willen verdiepen in wijn. Bij voetbal hoort toch ook een speciaal jargon? Ik kan en wil het niet volgen, maar dan ga ik er nog niet op afgeven. Bij schaatsen spreken we al jaren over rondjes van 32 half (of is dat nog uit de tijd van Ard en Keesie?), bij auto’s moet je ook weten wat er onder de kap zit om erover mee te praten. Waarom mogen wijndrinkers die over wijn praten dan niet spreken van rijpe tannines en frisse zuren? Iedere wijndrinker kan dat met een beetje inzet en wil om te leren zo benoemen. Je hoeft echt geen hele gedichten met smaakaroma’s te kunnen componeren, maar of een wijn veel tannines of zuren heeft, dat is echt in twee keer aandachtig proeven te leren. In de geur van veel wijnen is nu eenmaal het aroma van bosvruchten te herkennen. Mijn cursisten dit najaar waren er zo achter.
Als je Witteman leest, vol overdrijvingen en hilarische commentaren, begin je te denken dat het katten op wijnschrijvers zo langzamerhand ingeburgerd is geraakt. Toegegeven, er zijn nog altijd mensen die nodeloos duur en moeilijk doen over wijn, maar een beetje wijnterminologie is echt aan te leren, zonder dat je nu gelijk een snob of een grand cru drinker hoeft te zijn.
Witteman prijst overigens vervolgens het boek van Nicolaas Klei, Tot op de bodem aan. Daar kan ik haar nu wel eens helemaal in gelijk geven.
5 reacties
Reacties zijn gesloten.
Mevrouw Witteman deed ooit de legendarische uitspraak “Zonder zout smaakt alles naar niks”. Sterker, die liet ze op een tegeltje plaatsen… Om die reden verbaast het mij ook niks dat zij zo lyrisch is over NK.
Wellicht moeten we SW uitnodigen om een sterk column over wijn en spijzen op Wijnsuggestie.nl te schrijven. “Rondje 32 vol” zou ik zeggen…
Cuno
Ik begrijp die wijntermen best hoor. Ik ben niet helemaal gek. Maar een hoop mensen moeten nog over de streep getrokken worden, qua wijnkennis. Vandaar. SW
Ik had ook niets anders verwacht hoor. Maar ik vind het tijd dat
wijndrinkers zich realiseren dat als ze wijn drinken, er ook iets
bijhoort. Een heel klein beetje, echt maar een klein beetje, verdiepen
in wat je proeft. Blijven katten op moeilijke termen werkt uiteindelijk
niet zo productief, denk ik.
Ik moet denk ik nog een beetje “over de streep getrokken worden, qua wijnkennis”. Maar ik geloof niet dat ik door mevouw SW daarbij erg geholpen word. Ik blijf dit wijnlog en ook dat van Ed gewoon maar lezen, en proeven…
En dan bedenken hoe ik het zelf zou omschrijven. Lijkt mij een betere manier?
Je vindt een wijn prima te drinken, lekker, heel lekker of een belevenis. Dat is niet zo ingewikkeld en geldt voor iedereen – van mijn lieve moeder tot de meesterproever aan toe.
Ik denk dat het een misvatting is dat iedereen die gewoon ‘een-lekker-wijntje-drinkt’ wijntaal zou moeten leren spreken. Dat hoeft toch ook niet als je bier drinkt of kaas eet?
Maar om van de weeromstuit helemaal de andere kant op te gaan …
Mensen die wijn boeiend vinden en graag willen begrijpen wat ze lekker vinden om actief naar andere lekkere wijnen op zoek te kunnen, ontkomen niet aan een begrippenkader.
Dat is net als voetbal: daar is niks aan om naar te kijken als je de spelregels niet snapt (om van zelf voetballen nog maar te zwijgen).
Er zijn heel wat (jonge) mensen die een hobby maken van wijn. Die houden dus van voetballen en zullen hun schouders ophalen over mensen die in de groeiende wijnmarkt nog steeds ‘gewoon-een-wijntje’ menen te moeten promoten.
Ik zou zeggen: daar moet je vooral niet over praten, want ieder woord is per definitie een woord teveel.